Bouwopgave woningen 2030 onder druk

Bouwopgave woningen 2030 onder druk

Sneller woningen bouwen om de bouwopgave van 900.000 nieuwbouwwoningen voor 2030 te halen. Hoe gaat Minister Hugo de Jonge dit doen? Passen zijn plannen nog bij de huidige economie?

Versnellen en meer regie moeten bouwopgave 2030 veilig stellen

Afgelopen jaar werd een recordaantal nieuwbouwwoningen in Nederland gebouwd. Toch is dit niet genoeg om de bouwopgave voor 2030 te halen. Hugo de Jonge neemt veel maatregelen om het bouwen van woningen te versnellen. Waar ligt de focus in zijn plannen? Wat zijn de knelpunten? Zit hij nog wel op het goede spoor, nu de economie en woningmarkt veranderen?

Bouwopgave voor 2030 onder druk

In 2022 werden er 74.000 nieuwbouwwoningen in Nederland gebouwd. Dit was het hoogste aantal sinds 2012. Hier mogen de 10.000 transformatiewoningen bij worden opgeteld (CBS). Toch is dit niet genoeg om de bouwopgave voor 2030 van 900.000 nieuwbouwwoningen te halen (Rijksoverheid).  Als het in dit tempo doorgaat, komt het aantal in 2030 niet boven de 600.000 uit.

Maar het tempo wordt opgeschroefd, meldt RTL Nieuws. Het streven is om dit jaar, 2023, 90.000 woningen te bouwen. En vanaf 2024 jaarlijks 100.000 woningen. Dat moet uiteindelijk leiden tot de 900.000 woningen voor 2030.

Of dat gaat lukken is de vraag. De prognoses liggen namelijk een stuk lager. Zelfs lager dan het aantal van vorig jaar. Het EIB verwacht een daling van de nieuwbouwproductie van woningen met bijna 10% voor 2023 en 2024. Hiermee raken de woningbouwambities van het kabinet verder uit beeld.

Woningbouw opvoeren door snellere procedures en meer overheidsregie

Begin dit jaar presenteerde Hugo de Jonge twee stukken om de bouwopgave voor 2030 veilig te stellen.

  1. ‘Plan van Aanpak versnellen processen en procedures woningbouw’.
  2. Wetsvoorstel versterking regie volkshuisvesting. 

Het Plan van Aanpak richt zich vooral op sneller woningen bouwen door het versnellen van de planvormingsfase. Het overdoen van ontwerpprocessen door telkens nieuwe eisen en wensen moet worden voorkomen. Met het nieuwe wetsvoorstel zijn Rijk, provincie en gemeenten verplicht een volkshuisvestingsprogramma op te stellen. Dit geeft invulling aan de (regionale) bouwopgave, inclusief locaties. Met het wetsvoorstel neemt de overheid ook de regie over de betaalbaarheid. Twee derde van de nieuwbouwwoningen moeten sociale huurwoningen en koopwoningen met een prijs van maximaal 355.000 euro zijn. Tot en met 2030 gaat het om 350.000 koop- en huurwoningen in het middensegment en 250.000 sociale huurwoningen van woningcorporaties.

Meer weten over beleggen in woningen?
Ontdek waar uw kansen liggen en kijk op annexum.nl/beleggeninwoningen

Botst Omgevingswet straks met de plannen van De Jonge?

Volgens Stadszaken worden de plannen van de minister gematigd positief ontvangen. Versnellen op zich is positief maar er zijn vragen over de haalbaarheid van de voorstellen om de rechtsgang te beperken. Ook is de relatie met de nieuwe Omgevingswet, die op 1 januari 2024 wordt ingevoerd, niet helemaal duidelijk. Verder is het onduidelijk hoe de minister de stikstofkwestie wil aanpakken.

Het verplichte volkshuisvestingsprogramma is een relatief nieuw instrument. Dit valt straks onder de Omgevingswet. 

De Omgevingswet vereenvoudigt en bundelt de regels voor ruimtelijke ontwikkeling. Zo wordt het bijvoorbeeld makkelijker om bouwprojecten te starten. Toch is er de vrees dat de  Omgevingswet voor nieuwe vertragingen kan zorgen. Het gaat dan vooral om de bezwaarprocedures.

Misschien dat dit straks blijkt uit de experimenten binnen de Crisis- en herstelwet. Met deze wet kunnen gemeenten nu al experimenteren met elementen uit de nieuwe Omgevingswet. Eind maart keurde De Jonge een nieuwe tranche aanvragen onder de Crisis- en herstelwet goed. Hiermee kunnen bijna 10.000 woningen en 200 flexwoningen sneller en gemakkelijker worden gebouwd.

Woondeals lossen tekort aan bouwlocaties niet op

Op de Bouwbeurs 2023 noemde Hugo de Jonge locatie als het grootste probleem voor het bouwen van 900.000 nieuwe woningen. Dit meldt Duurzaam Gebouwd. Toch moeten er in de 35 regionale woondeals niet alleen afspraken komen over het aantal te bouwen en transformeren woningen, maar ook over de locaties, legt Volkshuisvesting Nederland uit.

Eind vorig jaar werden de eerste woondeals ondertekend. Afgelopen maart werden er enkele grote woondeals ondertekend. In de provincie Zuid-Holland tekenden overheid en corporaties voor de realisatie van bijna 250.000 woningen. Hiermee neemt de dichtstbevolkte provincie van Nederland het grootste deel van de bouwopgave tot 2030 op zich.  De Metropoolregio Amsterdam tekende voor ruim 170.000 woningen.

In totaal heeft het kabinet bijna 11 miljard euro beschikbaar voor de snelle bouw van meer woningen. 1,5 miljard is direct voor het versnellen van woningbouwprojecten. Er is 6 miljard voor infrastructuur voor grote woningbouwgebieden. Om projecten vlot te trekken is 1,25 miljard beschikbaar. En tot slot is er 380 miljoen voor de versnelling van tijdelijke huisvesting.

Geen locaties, wel extra investeringsruimte voor corporaties

Ook de corporaties zien het ontbreken van bouwlocaties als een probleem. Vooral om die reden zijn zij volgens Aedes kritisch over de woondeals. Dit is de conclusie uit een voorlopige analyse van de woningbouwplannen van alle regio’s. Hieruit blijkt dat er nog onvoldoende concrete bouwlocaties aangewezen zijn voor de 250.000 door corporaties te bouwen sociale huurwoningen.

Over de afschaffing van de verhuurderheffing per 1 januari 2023 zijn de corporaties wel te spreken. Door de afschaffing krijgen de corporaties meer investeringsruimte. Jaarlijks komt er bij de corporaties ongeveer 1,7 miljard euro vrij. Dit heeft geleid tot afspraken waarbij woningcorporaties meer dan 60 miljard in nieuwbouw investeren.

Achterhaalt huidige economie de instrumenten van de minister?

De pogingen om de woningbouw te versnellen zijn volgens de Rabobank niet hoopgevend. Door de economische en financiële ontwikkelingen zijn marktpartijen op dit moment niet zo enthousiast om te bouwen. En zeker niet als twee derde van de woningen betaalbare woningen moeten zijn. 

Ook NEPROM-voorzitter Fokkema heeft zijn twijfels. Hij denkt dat de focus moet verschuiven. De huidige plannen komen voort uit de tijd dat snelheid de grootste bottleneck was. Inmiddels verandert de conjunctuur. Om de 100.000 woningen per jaar te halen, zal er veel meer naar de financiering voor nieuwbouw moeten worden gekeken.

Ook al neemt de overheid de regie en maakt zij prestatieafspraken, de rol van de marktpartijen blijft onmisbaar. Hopelijk gaat de minister dit op tijd inzien. Dan kan hij betaalbaarheid misschien ook in een ander perspectief plaatsen.


Gerelateerde artikelen