Het energielabel voor woningen is geld waard
Met de toenemende aandacht voor de 17 Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties neemt de aandacht voor het energielabel toe. Want duurzaamheid krijgt steeds meer waarde, niet alleen maatschappelijk, en is niet meer vrijblijvend. Kantoren hebben al te maken met een minimaal verplicht energielabel; duurzame kantoren zijn populair op de verhuurmarkt. Maar hoe zit dat bij woningen? Heeft het energielabel invloed op de waarde van de woning? En rechtvaardigt deze invloed investeringen in het verduurzamen van woningen?
Het energielabel van 2015 naar 2030
In 2015 werd een definitief energielabel voor woningen verplicht.
Toch zijn er volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) nog 3,3 miljoen woningen in Nederland zonder definitief energielabel. Van de 4,8 miljoen woningen die wel een geldig energielabel hebben, heeft 74% label C of hoger (Rijksoverheid). Label C of hoger is de score die minister Hugo de Jonge voor alle woningen wil. En niet alleen meer vrijwillig. De NOS meldt dat woningcorporaties en particuliere verhuurders vanaf 2030 geen woningen meer mogen verhuren met een energielabel E, F, of G. Dit staat in de verduurzamingsplannen van De Jonge.
Is woningwaarde een stimulans voor een beter energielabel?
De informatie over energiebesparing richt zich vooral op lagere maandlasten, meer comfort en vermindering van de CO2-uitstoot. Maar inmiddels blijkt dat verduurzaming van woningen nog een ander effect heeft. Brainbay onderzocht vorig jaar het verband tussen duurzaamheid en woningwaarde. Zij concludeert dat een goed energielabel verschil kan maken. Vooral in de huidige markt, waarin het aanbod en de concurrentie tussen huizenverkopers toeneemt.
- Er is steeds meer vraag naar energiezuinige woningen.
- De woningwaarde van een duurzame woning ten opzichte van een minder duurzame woning is hoger. En het verschil neemt toe.
- De verkoopaantallen van ‘groene’ woningen lopen minder hard terug. De prijzen van deze woningen dalen langzamer. Ze verkopen sneller en er wordt vaker en meer boven de vraagprijs betaald.
Brainbay berekent de procentuele waardestijging van een woning bij een stap naar een hogere energiescore. De grootste waardevermeerdering zit in de sprong van een label G naar label C. Dat verschil lag in 2021 op zo’n 8%. In 2022 groeide dit percentage naar bijna 12%.
Hetzelfde blijkt uit een rondgang van NOS bij diverse makelaars. Volgens makelaars kijken kopers kritischer naar het energielabel. Er zijn ook mensen die niet reageren als een huis niet minimaal label C heeft. Een lager energielabel komt terug in de prijsstelling. Daarbij wordt rekening gehouden met de verbouwkosten voor de volgende eigenaar. Er is wel een belangrijke kanttekening bij de conclusies.
- In ruimere woningmarkten is het effect van het energielabel het grootst. Of andersom: in een regio met een krappe woningmarkt maakt het energielabel minder verschil.
In een krappe markt is er minder keuze voor de koper. De concurrentie tussen te koop staande huizen is groter. Een verschil in energielabel (voor een verder vergelijkbare woning) leidt tot een kleiner waardeverschil.
Meer weten over beleggen in woningen?
Ontdek waar uw kansen liggen en kijk op annexum.nl/beleggeninwoningen
Investering versus stijging woningwaarde
De vraag is natuurlijk of een verkoper de investering in duurzaamheid eruit haalt met een hogere verkoopprijs. Dit is volgens de NVM moeilijk te zeggen. Maar voor een huis met potentie en een laag energielabel, kan verduurzaming het huis flink aantrekkelijker maken.
De NVM geeft het voorbeeld van twee identieke vooroorlogse tussenwoningen, waarvan de één verbouwd is en de ander niet. De verbouwde woning kreeg vloer-, dak-, en spouwmuurisolatie, zonnepanelen en een hybride warmtepomp. Hierdoor heeft deze woning label A en is bijna
€ 615.000 waard. De niet-verbouwde woning heeft label E en is zo’n € 538.000 waard. Dit is een verschil van € 77.000 , ruim 14%.
Milieu Centraal zet de belangrijkste verbeteringen voor verduurzaming op een rij. De maatregelen vragen vaak flinke investeringen.
- Gevel-, vloer- en dakisolatie (ook voor een koel huis tijdens warme zomers)
- Isolatieglas
- Hybride of volledige warmtepomp
- Zonneboiler
- Biomassaketel
- Zonnepanelen
- Ventilatie met beperkt warmteverlies
- Warmteterugwinning douche
De overheid helpt bij het investeren in verduurzaming. Eigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) kunnen subsidies aanvragen voor isolatie en verduurzaming van de woning.
Zij kunnen ook tegen een lagere rente geld lenen om de woning te isoleren. Ook wijst de overheid op de mogelijkheid om de kosten van verduurzaming mee te financieren in de hypotheek.
Het energielabel in de toekomst
Er zijn veel goede redenen om te investeren in de verduurzaming van woningen. Bovenaan staat energiebesparing en daarmee de daling van de CO2-uitstoot. Daarnaast zijn ook een lagere maandelijkse energierekening en meer wooncomfort belangrijke voordelen.
De aantrekkelijkheid en hogere woningwaarde van ‘groene’ woningen kan een andere en misschien sterke stimulans worden. Al blijft het voor verkopers lastig in te schatten of de waardestijging de investering in verduurzaming dekt. Daarnaast is niet iedereen direct bezig met de verkoopwaarde van zijn woning. En verkopers hebben voor de verkoop niet altijd nog zin in verbouwingen.
Toch kan waardevermeerdering steeds meer woningeigenaren aanzetten tot investeringen in duurzaamheid. Dan kan een verplichte score op het energielabel voor de eigen woning misschien voorlopig nog even uitblijven.