Woningmarkt biedt grote kans voor biobased bouwen
Het omarmen van innovatie heeft tijd nodig, ook in de bouw- en vastgoedwereld. Een goed voorbeeld hiervan is het biobased bouwen. De techniek en spraakmakende projecten zijn er al. Maar heeft bio-based bouwen voldoende voordelen en mogelijkheden om snel te kunnen groeien? En is het een oplossing voor het huidige woningtekort?
Biobased bouwen en programma ‘Nederland circulair in 2050’
Het doel van het Rijksprogramma ‘Nederland circulair in 2050’ is een duurzame, volledig circulaire economie in 2050. Dit is een economie zonder afval, waarbij alles draait op herbruikbare grondstoffen. Voor 2030 staat het eerste doel in het programma: 50% minder verbruik van primaire grondstoffen.
De bouwsector is een milieubelastende sector. De sector neemt 50% van het grondstoffenverbruik in Nederland voor zijn rekening. Rabobank stelt dat veel gebruikte bouwmaterialen in Nederland niet hernieuwbaar en milieuvriendelijk zijn.
De bouwsector is dan ook één van de sectoren waarin transitie nodig is. Om onze leefomgeving duurzaam in te richten is een versnelling van innovaties (circulair en modulair bouwen) binnen de bouwsector nodig.
Bouwen met natuurlijke, hernieuwbare grondstoffen zoals hout
Eén van deze innovaties is bouwen met biobased materiaal. Biobased materiaal is gemaakt van natuurlijke grondstoffen die na het ‘oogsten’ relatief snel terug groeien. Dit laatste maakt het grote verschil. Aardolie en steen zijn ook natuurlijke grondstoffen, maar deze groeien niet op korte termijn terug. Zij zijn dus niet hernieuwbaar.
Hout is het bekendste en relatief meest gebruikte biobased bouwmateriaal. Maar ook riet of lisdodde, vezelplaten van zeewier en schimmelweefsel zijn biobased bouwmaterialen. Zij zijn vooral geschikt voor isolatie.
Bouwen met biobased materialen heeft veel voordelen:
- Ze zijn een onuitputtelijke bron van grondstoffen want ze groeien snel weer aan;
- ze zijn vaak volledig recyclebaar of composteerbaar;
- ze nemen CO2 op uit de atmosfeer en slaan dit op. Een kuub hout compenseert ongeveer 1 ton CO2. Dit komt overeen met zo’n 5.000 autokilometers;
- ze zorgen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat omdat ze de luchtvochtigheid en temperatuur reguleren, en geen vluchtige organische stoffen (VOS) bevatten;
- ze vergroten de circulaire mogelijkheden van gebouwen omdat ze vaak makkelijk aan te passen, te demonteren en verplaatsen zijn.
In gebieden waar de stikstofproblematiek de bouw hindert, bieden biobased materialen een uitkomst. Dit, plus het gebruik van elektrisch materieel zoals vrachtwagens en graafmachines, versnelt de vergunningsverstrekking. Een goed voorbeeld hiervan is een wildopvang project van ORGA Architect naast een Natura2000-gebied in Doorwerth.
Het tekort op de woningmarkt is een grote kans
Een belangrijke vraag is uiteraard hoeveel biobased bouwen bijdraagt aan de CO2-vermindering in de lucht. Architectenweb besteedt aandacht aan een meetmethode hiervoor, gepresenteerd door Climate Cleanup en ASN Bank. Met de meetmethode maken zij inzichtelijk hoeveel jaarlijkse CO2-uitstoot kan worden opgeslagen als de huidige woningbouwopgave biobased wordt uitgevoerd.
De woningbouwopgave bedraagt ongeveer één miljoen woningen tot 2030. Door deze woningen van hout te bouwen slaan zij naar schatting een kwart van onze jaarlijkse uitstoot op. Climate Cleanup en ASN Bank zien de woningbouwopgave in Nederland dan ook als een interessante kans in de transitie naar een klimaatpositieve samenleving.
Nadelen of vooroordelen: een belangrijk verschil voor de toekomst van houtbouw
Ondanks grote voordelen van houtbouw is hier ook weerstand tegen. Een deel daarvan is gebaseerd op vooroordelen. En hoewel ze inmiddels met veel onderzoeken en praktijkvoorbeelden goed te weerleggen zijn, komen ze nog vaak voorbij. Zo zou hout niet brandveilig zijn, duurder zijn dan beton en niet genoeg beschikbaar zijn.
De tegenargumenten zijn overduidelijk. Hout is een tijd brandwerend en brandt heel voorspelbaar. Het kruislings verlijmde CLT heeft nauwelijks zet- en krimpgedrag. Het duurt daarom lang voordat het vuur tot de kern van het hout is doorgedrongen, waardoor het lang zijn sterkte behoudt.
Hout wordt goedkoper wanneer het vaker wordt toegepast en er schaalvoordeel ontstaat. En of hout echt duurder is dan beton, is twijfelachtig als de maatschappelijke kosten van beton en staal zoals de CO2-uitstoot ook worden meegerekend.
Spraakmakende projecten zijn de beste ambassadeurs
Projecten in uitvoering en gerealiseerde projecten zijn belangrijke aanjagers van de belangstelling voor biobased bouwen. Volgens Rabobank zijn er vorig jaar naar schatting zo’n 2.500 houten woningen gebouwd.
Het meest prominente houtbouwproject van Nederland is HAUT in Amsterdam. Stadszaken zet enkele feiten van dit project op een rij. De 73 meter hoge woontoren is hybride gebouwd met combinaties van hout, beton en staal. De 2.800 m³ kruislings verlijmd hout, ook wel bekend onder de Engelse afkorting CLT, slaat ruim 2.500 ton CO2 op. Dit staat gelijk aan de jaarlijkse uitstoot van zo’n 400 huishoudens.
Ondanks dat het spraakmakende project HAUT een binnenstedelijk project is, liggen volgens Coen van Rooyen, algemeen directeur van de vereniging WoningBouwersNL, de grote kansen voor houtbouw buiten de stad. In Stadszaken stelt hij:
“De makkelijkste manier om grootschalig in hout te bouwen is om te focussen op de randen van de stad en de poldergebieden. Laten we hier inzetten op houten eengezinshuizen.”
Neem bijvoorbeeld het project Puur Wonen in Eindhoven met biobased en circulair bouwen als uitgangspunt. Dit is een volledig houtbouwplan met 56 geschakelde koopwoningen. De woningen zijn zeer energiezuinig en gasvrij.
Meer weten over beleggen in woningen?
Ontdek waar uw kansen liggen en kijk op annexum.nl/beleggeninwoningen
Biobased bouwen: een kwestie van wennen
Zowel gerealiseerde projecten als onderzoeken laten zien dat biobased bouwen een kansrijke en noodzakelijke innovatie in de bouwwereld is. Het toenemend aantal financieringsverzoeken dat Rabobank constateert laat, zien dat de vastgoedwereld steeds meer belangstelling voor houtbouw krijgt. Maar alleen de toekomst kan uitwijzen uit of bouwers, ontwikkelaars en beleggers de grote woningbouwopgave aangrijpen als de kans om de stikstofproblematiek grondig aan te pakken.