Huib Boissevain pleit in deze eindejaarscolumn, die eerder in Vastgoedjournaal verscheen, voor eensgezindheid in de vastgoedsector. Hij wijst daarbij naar politiek Den Haag die nu het goede voorbeeld geeft.
Met enige regelmaat benut ik dit podium om mijn opvattingen over politiek Den Haag te delen. Het is dan niet ongebruikelijk dat ik een positief-kritische noot plaats, bijvoorbeeld bij onzalige wetsvoorstellen of trage besluitvorming. Maar er gaan in het Haagse ook dingen goed en dat mag dan ook worden gezegd.
Zo ben ik aangenaam verrast over de mate waarin politieke partijen momenteel – in aanloop naar een formatie – dichter tot elkaar proberen te komen. Neem D66, VVD en CDA, die op een constructieve manier naar consensus zoeken op belangrijke dossiers. Nederland heeft grote behoefte aan een dergelijke opstelling, zeker in het licht van aanzienlijke polarisatie op allerlei niveaus in de samenleving. Complexe dossiers als de wooncrisis en toenemende geopolitieke spanningen vragen om een gezamenlijke koers en krachtenbundeling van de wetgever en beleidsmakers. Daar lijkt nu in elk geval een deel van de politici van doordrongen.
Agenda's combineren
Van de intentie om coalities te smeden, één koers te kiezen en op basis van gedeelde opvattingen aan het werk te gaan, kunnen wij binnen de vastgoedsector nog wat leren. Die opstelling vraagt er onder meer om dat partijen hun kaarten niet tegen de borst houden, transparant zijn over de eigen agenda en bovendien kijken hoe verschillende agenda’s te combineren zijn. Het zijn eigenschappen die je in de vastgoedsector soms wat minder ziet. Vastgoedpartijen zijn nu nog te vaak losse eilanden, wat leidt tot versnipperde lobbytrajecten en gemiste kansen om de politieke besluitvorming te beïnvloeden.
Er lijkt een kleine kentering zichtbaar. Zo boden vijf brancheorganisaties van de huurwoningenmarkt onlangs de formerende partijen een zevenpuntenplan aan om het investeringsklimaat te verbeteren. Een stap in de goede richting. Want wat de vijf partijen elkaar hebben gevonden en zouden moeten doen, is andere partijen – en voor één – uitnodigen om mee te doen. In de politiek zagen we al dat twee partijen een plan maken, om vervolgens een derde partij aan te haken. Dat voorbeeld kunnen we in de sector volgen.
Mijn voorstel is om ervoor te zorgen dat we in 2026 als sector komen tot dan één duurzame alliantie en afscheid nemen van versnippering en incidentele coalities. Pas dan zijn we als sector een optimaal krachtige sparringpartner, adviseur en constructieve criticaster voor politiek Den Haag.
Kunt u zich vinden in dit goede voornemen?
